Tram Wiki
Registreer
Advertisement

De serie Dubbel Gelede Tram Lang (GTL8) is het achtassig trammaterieel van de Haagse HTM, de voormalige Haagsche Tramweg Maatschappij.

BN/HOLEC
Gelede Tram Lang
Leidschendam lijn 7
Aantal: 100 GTL8-I
47 GTL8-II
Fabrikant: BN/HOLEC
Bouwjaar: 1981-1984 (GTL)
1992-1993 (GTLII)
Lengte: 28.600 mm (GTL8-I)
29.000 mm (GTL8-II)
Breedte: 2.350 mm
Massa: 37 t (GTL8-I)
38 t (GTL8-II)
Topsnelheid: 70 km/h
Vermogen: 8×45 kW = 360 kW
Type: Eénrichting motorwagen
Zitplaatsen: 77 (GTL8-I)
76 (GTL8-II)
Staanplaatsen: 108 (GTL8-I)
112 (GTL8-II)
Visseringlaan 3121 als lijn 17
ßPC126493Monstersestraat 3011 Pekel
SPB235191Kerkplein 3035


De GTL-8[]

De benaming "GTL" betekent Gelede Tram Lang, en de "8" representeert hierin acht assen per rijtuig. Dit materieel heeft, in tegenstelling tot voorgaande dubbelgelede trams, tractie met alle (8 x 45 kW) assen. Bestaande 1432R electromotoren werden geleverd door ACEC (nu Alstom) uit Charleroi. De electrische installatie was van HOLEC Smit - Ridderkerk (nu eveneens Alstom). De GTL8 trams (3000-serie) zijn rond 29 meter lang en waren daarmee de laatste decennia van de vorige eeuw de langste trams in Nederland. De letter "L" staat (echter) voor Lange wagenbak, welke met een gemiddelde draaistelafstand tot ca. 7,2 meter, in plaats van de gebruikelijke hart-op-hart afstand van rond de 6 meter, werd vergroot. De GTL had oorspronkelijk 78 zitplaatsen.

De GTL8-I[]

In de jaren 1981-1984 bouwde BN (nu Bombardier) in Brugge een serie van 100 dubbelgelede trams (type: GTL) voor de HTM.

Oorspronkelijk lag het in de bedoeling om 65 GTL's aan te schaffen (serie 3001-3065). De 65 GTL's waren bestemd ter vervanging van de PCC's 1003-1024 uit 1952 en ter uitbreiding van het wagenpark (lijn 2 naar Kraayenstein zou in 1983 geopend worden). Verder waren er plannen om de PCC's 1301-1340 en 2101-2130 te verbouwen tot 35 gelede trams.

Uiteindelijk wilde de HTM toch graag nog 35 GTL's bestellen i.p.v. de relatief dure ombouw van de 1300/2100-serie tot gelede trams ter hand te nemen. Echter, het ministerie van Verkeer en Waterstaat gaf hiervoor geen toestemming. De HTM opperde evenwel het plan om de B3-draaistellen van de PCC trams uit de lopende 1300/2100-serie te hergebruiken bij de bouw van de GTL8: 3066-3100. De PCC-cars van de 1300/2100-tramserie zouden dan oudere B3-draaistellen krijgen van nog te slopen PCC's 1201-1240 uit 1963 en verder BN-draaistellen van 30 te slopen 1100'en uit 1957/1958. Uiteindelijk gaf het ministerie van Verkeer en Waterstaat hiervoor toch groen licht.

De 100 GTL8-en werden per spoor in Den Haag afgeleverd. De 3001 werd als eerste afgeladen op 27 februari 1981, en reed zonder enige voorafgaande inbedrijfstelling geheel zelfstandig van de losplaats aan het Hobbemaplein naar de remise aan de Lijsterbesstraat. In 1982 liep het afleveringstransport een keer volledig mis. GTL 3022 werd op het Hobbemaplein gegrepen door de trein die GTL 3046 kwam afleveren. De A-bak van de 3022 raakte bij deze aanrijding zeer zwaar beschadigd. Uiteindelijk zou BN een nieuwe A-bak voor de 3022 bouwen.

Met de indienststelling van de 3001-3100 werd het OV-geel verlaten. De nieuwe GTL's waren overwegend rood en hadden beige banen. Deze kleurstelling paste bij die van de nieuwe standaardbussen (type DAF/Hainje CSA-II) die de HTM in de jaren 1984-1988 in dienst stelde.

De GTL8-II[]

Aan het begin van de jaren '90 waren de nog overgebleven PCC's uit de 1300/2100-serie aan een grote revisie toe. De HTM besloot deze revisie niet uit te voeren. Het werd goedkoper geacht deze PCC's samen met de nog overgebleven (en inmiddels afgeschreven) PCC's uit de 1100-serie (en de gemoderniseerde maar stokoude 1001 en 1002) te vervangen door nieuwe GTL's. Een van de redenen waarom de HTM van alle PCC's afwilde, was dat het rijden met de zg. koppelstellen niet meer verantwoord werd geacht. In de aangekoppelde PCC's vond namelijk veel vandalisme plaats.

Een deel van de nieuw te bouwen GTL's zou voorzien worden van de draaistellen van de PCC's uit de 1300/2100-serie (uitsluitend de PCC's die in de jaren '80 de B3-draaistellen van de 1200-serie hebben gekregen). In 1990 werd besloten 34 nieuwe trams aan te schaffen. In verband met de op handen zijnde invoering van de OV-studentenkaart werd dit aantal omhoog gebracht naar 37. In 1991 werd besloten nog eens 10 GTL's te bestellen. Dit bracht het aantal op 47 nieuwe trams. De nieuwe GTL's werden uiteindelijk in 1992/93 in Den Haag per vrachtwagen afgeleverd.

In tegenstelling tot de GTL's uit de 3000-serie waren de 3100'en een fractie langer. Ook beschikten zij over een ander type deuren (geen vouwdeuren, maar zwaai/zwenkdeuren), hadden ze een extra filmkast (voor de eindbestemming) in de C-bak en hadden ze een ander interieur (blauwe stoffen bekleding op de bankjes i.p.v. donkerbruin skai uit de 3000-serie). Voorts kreeg de GTLII een automatische halteafroep en werden statische - in plaats van roterende - omvormers toegepast. Het grootste uiterlijke verschil was de kleurstelling van de nieuwe GTL's. Het rood met beige banen had plaats gemaakt voor donkerblauw met wit en gele deuren.

Technische beschrijving van de GTL8[]

De GTL's hebben net als hun voorgangers, de PCC's, voetbediening en PCC-draaistellen. De GTL is de eerste grote materieelserie in Nederland (ook in Europa na de TW6000-serie van ÜSTRA in Hannover met een thyristorchopper-schakeling, voorzien van geavanceerde "pulssturing" met RCT-serieresonante stroomcommutatie naar HTM-ontwerp. Deze tractieschakeling is later, door HOLEC, overgenomen in de uitrusting van het Intercitymaterieel-choppermaterieel van Nederlandse Spoorwegen.

In tegenstelling tot genoemd Intercitymaterieel is met de GTL8-trams ook terugwinning van remstroom mogelijk. Door deze recuperatie wordt een totale energiebesparing van 30 tot 35 % verkregen. Dat is ongeveer het dubbele van het TW6000-materieel, waarvan de HTM een aantal exemplaren in dienst heeft gehad. Vanaf 1987 zijn anders geveerde pantografen gemonteerd. Deze zijn voorzien van een elastisch (kool)-sleepstuk met een zgn. fictief draaipunt boven de rijdraad. Het doel hiervan is vermindering van de slijtage wegens het soepeler volgen van oneffenheden in de bovenleiding.

De 3001-3065 werden afgeleverd met nieuwe PCC-draaistellen van het type BN, een verbeterde versie van het draaistel dat onder de serie 1100 was geplaatst. Alle overige GTL's kregen B3-draaistellen, waarvan de meeste hergebruikt zijn, afkomstig van de series 1200, 1300 en 2100. Er zijn in 1992/93 echter ook nieuwe B3-draaistellen gebouwd voor 27 rijtuigen GTL8-II.

Bij alle GTL8-en worden 8 PCC-gelijkstroommotoren toegepast van het type 1432 van Westinghouse resp. de Europese licentiehouder ACEC. Het vermogen per motor was 41 kW, bij de nieuwste exemplaren 45 kW; dit laatste dankzij een verbeterde isolatie. Veel van deze motoren zijn afkomstig van de HTM-series 1000, 1100, 1200, 1300 en 2100. Een aantal is zelfs tweedehands overgenomen van de MIVB in Brussel en de San Francisco Muni.

De Amsterdamse BN-trams 11G en 12G (series 817-841 en 901-920) zijn voor een belangrijk deel gebaseerd op de Haagse GTL8, nadat de Haagse GTL 3069 in 1987 enige tijd in Amsterdam had proefgereden. De Amsterdamse versie heeft echter andere afmetingen (op grond van het ruimteprofiel dat beperkter is dan in Den Haag) en maakt gebruik van draaistroommotoren in plaats van gelijkstroommotoren zoals de GTL.

Aanpassingen in de loop der jaren[]

  • In het begin van de jaren '90 werd de donkerbruine skai-bekleding op de bankjes van de GTL8-en uit de 3000-serie vervangen door rode skai-bekleding.
  • In diezelfde tijd kregen de GTL's uit de 3000-serie het HTM-logo op het front.
  • Rond 1996 werd de blauwe stoffen bekleding op de bankjes van de GTL's uit de 3100-serie vervangen door blauwe skai-bekleding.
  • Bij de grote revisie van de GTL's uit de 3000-serie werden de losse rem/sluitlichten, knipperlichten en achteruitrijlichten vervangen door één achterlichtunit.
  • Vanaf 2001 kreeg de 3100-serie de roodbeige kleurstelling die de 3000-serie al sinds de aflevering heeft, zodat alle GTL's nu dezelfde herkenbare kleur hebben, afgezien van incidentele reclame-uitmonsteringen.
  • Vanaf 2004 kregen de GTL8 van de 3000-serie moderne zwenk-schuifdeuren in plaats van vouwdeuren. Aanleiding hiervoor was de openstelling van de tramtunnel: omdat de vouwdeuren eenvoudig met de hand open te duwen waren, werd dit te gevaarlijk geacht in de tunnel.
  • Ook zijn er vanaf 2004 veel GTL8 rijtuigen voorzien van een airconditioningsunit op het dak boven de bestuurderscabine, om de werkomstandigheden van de trambestuurder tijdens zomerse dagen aangenamer te maken.
  • In 2004 zijn de trams die worden ingezet op tramtunnel-lijnen voorzien van ARI (Automatische Rem-Ingreep), een soort treinbeïnvloeding.
  • In december 2006 is de eerste GTL (nr. 3116) van digitale lijnfilms en bestemmingsdisplays voorzien, ter vervanging van de richtingfilms. Vanaf begin 2007 zijn meer trams uitgerust met digitale displays.
  • In april 2007 is dezelfde GTL 3116 - gedurende enkele dagen - voorzien van een nieuwe neus, welke veiliger zou zijn voor de voetgangers, en heeft (althans voorlopig) een wit-rode kleurstelling gekregen, welke vergelijkbaar is met die van de RandstadRail-trams.
  • In 2007 zijn veel GTL's voorzien van het zogenaamde Visiotainment-systeem. Visiotainment is een nieuw halteafroepsysteem in de tram aan de hand van displays.

Problemen sinds 2007[]

In het voorjaar van 2007 ontstonden problemen met de draaistellen van veel GTL-rijtuigen door een combinatie van factoren:

  • De ouderdom van een groot aantal draaistellen (op dat moment 33 à 44 jaar)
  • Kwalitatieve tekortkomingen van de laatst geleverde draaistellen uit 1992/93
  • De moeizame verkrijgbaarheid van onderdelen (de HTM nam zelfs de PCC-trams uit Marseille over om essentiële onderdelen te kunnen hergebruiken)
  • Extreme slijtage aan de wielbanden door een nieuw gekozen railprofiel
  • Met name het medegebruik (sinds 2006) van sporen door de RegioCitadis van RandstadRail, waarvan de onderstellen een geheel andere rijkarakteristiek vertonen. Dit laatste moet vrijwel zeker als hoofdoorzaak worden aangemerkt.

Na enkele ontsporingen en uitval van materieel werd een noodprogramma opgesteld. Hierbij werden zowel de trambaan als alle draaistellen gecontroleerd en waar nodig gerepareerd. De inzet van de GTL8-rijtuigen werd uitdrukkelijk toegewezen aan bepaalde trajecten, waarbij sommige lijnen tijdelijk moesten worden opgeheven of zelfs in tweeën geknipt.

Sinds de herfst van 2007 leken de problemen opgelost, maar na nieuwe ontsporingen in de zomer van 2008 maakte de officiële woordvoerder van de HTM bekend ... "dat een deel van het probleem ligt bij de verouderde onderstellen van trams". Echter waren mogelijke afwijkingen ten gevolge van o.a. de B3-draaistel loopeigenschappen van materieelseries met verschillende, onderscheiden draaistelsoorten al geruime tijd (laatst bijv. sinds ca. 1971) te voorzien.

Beoordeling[]

De GTL is een buitengewoon goed geslaagd tramtype met uitstekende rijeigenschappen. Vergeleken met andere tramtypen uit dezelfde periode biedt de GTL8 een groter aantal zitplaatsen en meer comfort. De electronica was in de jaren 80 en 90 - dankzij de chopper-sturing - zeer modern. De combinatie met beproefde PCC-technologie was een gouden greep, waardoor kinderziekten nauwelijks voorkwamen en de nog in goede staat verkerende componenten (draaistellen en elektromotoren) hergebruikt konden worden. Nu zij op leeftijd komen is dat laatste tevens de achilleshiel van deze trams gebleken.

Daarnaast lijkt het ontbreken van een lagevloergedeelte niet meer te voldoen aan de eisen van deze tijd. Bij de nabestelling van de 47 rijtuigen GTL8-II heeft men, in verband met standaardisatie, niet besloten te kiezen voor een verlaagde middenbak, zoals dat in die periode wel beproefd werd bij de Amsterdamse 11G/12G-trams.

Toekomst[]

HTM stelde dat het oudste materieel dat in 2011 nog in gebruik was, de geplande technische levensduur inmiddels had bereikt, relatief storingsgevoelig was en steeds meer onderhoud vergde. Het betrof de GTL8-I serie 3001-3100. Deze zouden vervangen moeten worden maar om verschillende redenen was deze vervanging uitgesteld en blijft een deel van deze trams nog tot circa 2017 in dienst. Dit is mogelijk door het uitvoeren van levensduurverlengend onderhoud. Met dit onderhoud is in 2010 gestart en het is afgerond in 2012. Tijdens dit onderhoud werd niet alleen de techniek van de trams onder handen genomen maar kregen deze ook een nieuw front met botsneus dat de kans op letsel bij aanrijdingen verkleint.

De tweede serie, GTL8-II serie 3101-3147, uit 1993, heeft de helft van de geplande levensduur bereikt. Voor deze trams is een omvangrijk onderhoudsprogramma voorbereid. De start van de uitvoering hiervan is gepland na afronding van het levensduurverlengend onderhoud van de eerste serie.

Op 18 november 2011 werd bekendgemaakt dat er 40 trams uit de serie 3000 door Siemens Avenio's worden vervangen.De oudste wagens waren toen 30 jaar oud, hun draaistellen en elektromotoren voor een deel (bij de 3066-3100) nog veel ouder. De serie 3100 wordt mogelijk rond 2022 vervangen.

Afvoer en sloop[]

ßPC126493Monstersestraat 3011 Pekel
Een tot pekelwagen omgebouwde wagen
  • In 2012 zijn GTL8 rijtuigen 3003, 3007 (wegens grote schade na aanrijdingen) en 3051 (wegens defecten) afgevoerd en gesloopt.
  • In 2013 zijn GTL8 rijtuigen 3005, 3018, 3020, 3023, 3027, 3029, 3030, 3031, 3034, 3036, 3039, 3040, 3041 en 3096 afgevoerd en tijdelijk buiten Den Haag opgeslagen. 3005, 3027, 3031 en 3034 waren eerst omgebouwd als pekelwagens, maar zijn toch afgevoerd wegens constructiefouten. Deze wagens zijn vervangen door vier andere GTL rijtuigen 3009, 3011, 3024 en 3044.
  • In 2014 is 3081 (wegens grote schade na aanrijding) afgevoerd en buiten Den Haag opgeslagen.
  • In 2014 zijn 3027 en 3034 gesloopt.
  • In 2015 zijn 3006, 3012, 3016, 3021, 3022, 3026, 3028, 3032, 3033, 3046 en 3055, afgevoerd voor opslag buiten Den Haag voor latere sloop.
  • In 2016 zijn 3004 en 3037 in Rijswijk in een loods opgeslagen voor latere sloop.
  • in september 2016 zijn 3001, 3002, 3008, 3010, 3013, 3014, 3015, 3017, 3019, 3025, 3038, 3042 3043, 3047 en 3049 buiten dienst gesteld en bleven nog in Den Haag.
  • in 2016 zijn 3018, 3020, 3029, 3030, 3032, 3036, 3039-3041 en 3096 gesloopt.
  • in 2017 zijn 3002, 3004-3006, 3008, 3010, 3012-3017, 3019, 3021-3023, 3025, 3026, 3028, 3031, 3033, 3037, 3038, 3042, 3043, 3046-3049, 3053, 3055, 3056, 3061, 3078, 3081 en 3087 gesloopt.
  • in 2018 zijn 3054, 3058, 3059, 3062-3064, 3066-3069, 3075, 3076, 3079, 3082, 3084, 3085, 3091, 3094, 3097 en 3099 gesloopt.


Flag of Belgium BN

PCC · GTL · LRV · 11G · 12G

Advertisement