Tatra | ||
---|---|---|
Opgericht: 1852 | ||
Gesloten: 1996 | ||
Een T1 tram in Praha | ||
Een T3M tram in Liberec | ||
Een T3SUCS tram in Bratislava | ||
Een T4D tram in Dresden | ||
Een KT4D tram in Berlin | ||
Een KT8D5 tram in Košice |
Tatra is een voormalige Tjechische tramproducent. Tatra produceerde vooral in de tweede helft van de 20ste eeuw trams voor het oostblok, onder andere voor de Sovjet Unie, Joegoslavië, Hongarije, Roemenië en de DDR. De fabriek sloot haar deuren in 1996.
Geschiedenis[]
Het begin[]
De geschiedenis van het bedrijf begon in 1769 toen de jonge kopersmid Franz Ringhoffer vanuit het Oostenrijkse Müllendorf naar Praha kwam en in de oude stad een werkplaats opzette voor het produceren van onderdelen voor brouwerijen. In 1785 werd zijn zoon Josef geboren die in 1822 een watermolen verwierf in het zuiden van Praha. Deze molen bouwde hij om tot een koperwalsinrichting. In 1832 werd hij tot koperhofsmid verheven door Keizer Franz. Het bedrijfje dat zijn vader opgezet had groeide uit tot een onderneming met 70 werknemers.
Grotere bedrijfsvoering[]
Josefs oudste zoon Franz richtte in 1852 een grotere fabriek op in de zuidwestelijke voorstad Smíchov, waar hij in 1854 begon met de bouw van treinstellen, eerst goederenwagens maar vanaf 1860 ook personenwagens. Omdat op dat moment de fabriek nog geen spoorverbinding had naar het 4 kilometer verderop gelegen kopstation Masaryk, moesten de wagons door het centrum van de stad vervoerd worden. Later begon ook de export.
Na zijn dood in 1873 nam zijn zoon Franz III met de broers Emanuel en Viktor het bedrijf over. Onder zijn leiding werd het bedrijf één van de grootste ondernemingen in Oostenrijk-Hongarije. Er werd niet alleen spoormaterieel gebouwd, maar ook trams en machines voor de productie van suiker en bier.
Het concern[]
In 1909 nam zijn zoon Franz IV het bedrijf over die het in 1911 in een Naamloze Vennootschap omzette. In 1923 ging het bedrijf samen met de firma Tatra uit Kopřivnice, die behalve auto's ook railvoertuigen bouwde. Na zijn dood in 1940 nam zijn zoon Hans de leiding over. Hans was echter lid van de NSDAP en werkte nauw samen met de leiders van het Derde Rijk. Vanaf nu werden ook gepantserde railvoertuigen gebouwd. Hij stierf in 1946 in het interneringskamp Mühlberg. Zijn familie werd het land uitgezet naar Oostenrijk.
Staatsbedrijf[]
In 1945 werd het bedrijf staatseigendom. De automobieltak werd van het bedrijf afgescheiden en de fabriek in Praha-Smíchov specialiseerde zich onder de naam Vagonka Tatra n. p. in de fabricage van trams. Halverwege de jaren '80 was de fabriek sterk verouderd en werd een nieuwe fabriek gebouwd in de voorstad Zličín.
De tijd na 1990[]
Toen deze fabriek in 1996 gereed kwam was de markt voor Tatra trams in oost-Europa reeds ingestort. De fabriek in Smíchov werd afgebroken en de voorgevel van het hoofdgebouw werd in een nieuw winkelcentrum verwerkt.
Nieuwe trams[]
Beroemd werd vooral de fabriek in Smíchov, die samen met Českomoravská Kolben Daněk (CKD) voor de electrische uitrusting, één van de grootste tramfabrikanten ter wereld werd. In de tussentijd werd Tatra door Siemens overgenomen. Ondanks deze overname, een volle orderportefeuille en een goede afzetmarkt, werd het faillisement aangevraagd.
Tatra-motor- en bijwagens zijn op dit moment nog veelal te vinden in Berlin, Chemnitz, Cottbus, Dresden, Erfurt, Gera, Frankfurt an der Oder, Gotha, Görlitz, Halle, Leipzig, Magdeburg, Plauen, Potsdam, Rostock en Zwickau, maar in het bijzonder in Praha, Brno, Bratislava en andere oost-Europese steden. De eerste tram werd in 1951 als T1 gebouwd.
Type- aanduiding |
Bouwjaar | Landen waar de wagens geleverd werden | Aantal |
---|---|---|---|
T1 | 1952 - 1958 | Tsjechoslowakije, Polen, Sovjet Unie | 287 |
T2 | 1955 - 1962 | Tsjechoslowakije, Sovjet Unie | 771 |
T3 | 1960 - 1989 | Tsjechoslowakije, Sovjet Unie, DDR, Roemenië, Joegoslavië | 13991 |
T4 | 1967 - 1986 | Sovjet Unie, DDR, Roemenië, Joegoslavië | 2635 |
T5A5 | 1972 en 1981 | Prototype | 2 |
T5B6 | 1976 | Prototype | 2 |
T5C5 | 1980 - 1984 | Hongarije | 322 |
T6B5 | 1985 - 2000 | Bulgarije, Noord-Korea, Sovjet Unie | 1203 |
T6A2 | 1985 - 1999 | Bulgarije, DDR, Hongarije | 256 |
T6A5 | 1992 - 1997 | Tsjechoslowakije | 260 |
T7B5 | 1988 - 1993 | Tsjechoslowakije | 8 |
T6C5 | 1998 | Verenigde Staten, Duitsland | 1 |
K1 | 1964 en 1965 | Prototype | 2 |
K2 | 1966 - 1983 | Tsjechoslowakije, Sovjet Unie, Joegoslavië | 567 |
K5AR | 1970 - 1973 | Egypte | 200 |
KT4 | 1974 - 1990 und 1997 | Sovjet Unie, DDR, Joegoslavië, Noord-Korea | 1767 |
KT8D5 | 1986 - 1999 | Tsjechoslowakije, Hongarije, Noord-Korea*, Sovjet Unie | 205 |
RT6N1 | 1993 - 1997 | Tsjechië, Polen | 19 |
RT6S | 1997 | Tsjechië | 1 |
RT8M | 1997 - 1999 | Filipijnen | 73 |
Typeaanduiding[]
De vele verschillende trams die door Tatra gebouwd zijn waren voorzien van een gemeenschappelijk typeaanduidingssysteem, dat in de loop van de jaren uitgebreid en verbeterd werd.
Type:
T = Motorwagen
B = Bijwagen
K / KT / RT = Gelede tram
Het daaropvolgende cijfer geeft de ontwikkelingsserie aan (bij de gelede wagens "RT" en "KT" het aantal assen)
Het volgende teken werd vanaf T5 en KT8 gebruikt:
A = Eenrichtingwagen met 6,7m radstand
B = Eenrichtingwagen met 7,5m radstand
C = Tweerichtingwagen met 6,7m radstand
D = Tweerichtingwagen met 7,5m radstand
Het volgende cijfer gaf de breedte van de wagen aan:
2 = 2,2m
5 = 2,5m
6 = 2,6m
Vanaf de types T2 en K2 werd de typeaanduiding gevolgd door hoofdletters die het land aangaven waar de wagen ingezet werd (z.B. "H" = Hongarije, "SU" = Sovjet Unie, "D" = DDR, "YU" = Joegoslavië).
Een kleine "t" gaf aan dat de wagen voorzien was van Thyristorbesturing.
Tatra | |
Motorwagens: 6MT · T1 · T2 · T3 · T4 · T5A5 · T5B6 · T5C5 · T6A2 · T6A5 · T6B5 · T6C5 · T7B5 |